Bestelauto - de bijtelling
Bestelauto - de bijtelling
20 jan 2025
In het begin is de bijtelling van toepassing op personenauto en bestelauto's. De werkgever kan ervoor kiezen de bestelauto voor de bepaling van het privegebruik hetzelfde te behandelen als een personenauto. DE werkgever kan er ook voor kiezen om de bestelauto niet voor privédoeleinden te gaan gebruiken zodat er geen bijtelling is.
Bestelauto's
In beginsel is de autokostenfictie (bijtelling) van toepassing op personenauto’s of bestelauto’s. Een bestelauto is een auto die de werknemer met een rijbewijs B mag besturen.
Als een werkgever aan zijn werknemer een bestelauto ter beschikking stelt, kan de werkgever ervoor kiezen de bestelauto voor de bepaling van het privégebruik hetzelfde te behandelen als een personenauto. De werknemer kan er dan ook voor kiezen om de bestelauto niet voor privédoeleinden te gaan gebruiken. Hierdoor kan een bijtelling door de werkgever achterwege blijven. Als aan voorwaarden wordt voldaan, kan een vereenvoudigde rittenregistratie worden gevoerd. Voor bestelauto’s die doorlopend afwisselend worden gebruikt, moet de eindheffing (€ 438 per kalenderjaar per bestelauto) worden toegepast. Daarnaast kan de werkgever er ook voor kiezen om voor de bestelauto een bijzondere regeling toe te passen. De bijzondere regelingen zijn:
-
verklaring uitsluitend zakelijk gebruik;
-
de bestelauto is door aard en inrichting uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt voor het vervoer van goederen;
-
de bestelauto wordt aan het einde van de werkdag bij de werkgever ‘achter het hek’ geplaatst. De werknemer kan de auto buiten werktijd dus niet gebruiken; of
-
er geldt een verbod op privégebruik.
Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik
De werkgever kan een digitaal formulier ‘Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik’ inzenden naar de Belastingdienst, waarin hij verklaart dat de werknemer de bestelauto niet privé gebruikt. De Belastingdienst bevestigt de ontvangst van die verklaring, waarna de werkgever wordt gevrijwaard van de verplichting loonheffingen in te houden wegens de terbeschikkingstelling van deze bestelauto. Er hoeft ook geen rittenadministratie te worden bijgehouden.
De Belastingdienst kan, als hij het vermoeden heeft – bijvoorbeeld aan de hand van boetes wegens overtredingen op niet voor de hand liggende plaatsen – dat een bepaalde rit een privékarakter heeft, de werknemer verzoeken onomstotelijk te bewijzen dat de rit zakelijk was. Slaagt de werknemer hierin niet, dan neemt de Belastingdienst aan dat de auto privé is gebruikt en legt aan de werknemer een naheffingsaanslag loonheffing op. De naheffingsaanslag kan de Belastingdienst ook aan de werkgever opleggen als die wist of goedkeurde dat de werknemer de bestelauto privé heeft gebruikt, dan wel bij de bewijsvoering richting Belastingdienst een onjuiste verklaring aflegde.
Aard en inrichting bestelauto
Bestelauto’s die door aard of inrichting uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt zijn voor het vervoer van goederen, zijn uitgezonderd van het autokostenforfait. Hiervoor hoeft dus geen bijtelling plaats te vinden. Hierbij valt te denken aan een auto met alleen een bestuurdersstoel als de bevestigingspunten van de passagiersstoel zijn weggeslepen of dichtgelast. Wanneer een werknemer de bestelauto privé gebruikt, is het privégebruik loon tegen de waarde in het economische verkeer. De waarde in het economische verkeer is het aantal privékilometers * de kilometerprijs van de bestelauto -/- de eigen bijdrage van de werknemer.
Voor bestelauto’s die door aard of inrichting uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt zijn voor het vervoer van goederen hoeft geen rittenregistratie bijgehouden te worden. Eventueel privégebruik moet voor de werkelijke waarde in de loonheffing betrokken worden.
Bestelauto blijft 'achter het hek'
Een bijtelling kan ook achterwege blijven voor de bestelauto die ‘achter het hek’ blijft en die de werknemer buiten werktijd niet kan gebruiken. Het moet dan wel controleerbaar zijn dat privégebruik niet mogelijk is, door bijvoorbeeld het inleveren van de sleutels aan het einde van de werkdag. De fiscus vereist dat hiervoor een goede procedure geldt en dat deze procedure daadwerkelijk wordt gevolgd. Het is raadzaam hier zelf steekproeven op te doen en dit goed te documenteren
Autokostenfictie: bijtelling wegens privégebruik
Werknemers die een bestelauto van de zaak ook privé kunnen gebruiken, hebben te maken met de zogeheten autokostenfictie: een bijtelling wegens privégebruik. Uit doelmatigheidsoverwegingen is de bijtelling een percentage van de (oorspronkelijke) catalogusprijs van de auto. Met het daadwerkelijke privégebruik wordt bij toepassing van de fictie geen rekening gehouden. De werkgever is verantwoordelijk voor de bijtelling op het loon (art. 13bis Wet LB). Op de bijtelling moet de werkgever de loonheffingen inhouden. De bijtelling telt ook mee voor de werknemersverzekeringen.
De terbeschikkingstelling kun je in een aanvullende (arbeids)overeenkomst regelen.
Voor de bestelauto die de werkgever aan zijn werknemer ter beschikking stelt voor privédoeleinden geldt hetzelfde als voor de ter beschikking gestelde personenauto. Daarom verwijzen wij voor de regeling daaromtrent naar het kennisdocument over de auto van de zaak.
Bron: Brightmine