Zo'n 250.000 zzp'ers zijn mogelijk schijnzelfstandigen, schat ABN AMRO. De grootste impact van de handhaving op schijnzelfstandigheid zal in de zorg, kinderopvang, onderwijs en bij de overheid te voelen zijn.
Nederland telt in totaal 1,25 miljoen zzp’ers. Volgens ABN AMRO’s Sectorprognoses 2025-2026 zijn van de 1,25 miljoen zzp’ers er ongeveer 250.000 zzp’ers die mogelijk als schijnzelfstandigen worden aangemerkt. Vanaf 1 januari 2025 gaat de Belastingdienst strenger handhaven op ‘schijnzelfstandigheid’ onder zzp’ers, ook wel verkapt dienstverband genoemd. Werkgevers moeten hun arbeidsrelaties kritisch beoordelen, aangezien de handhaving in diverse sectoren kan leiden tot grote veranderingen. Zzp’ers zouden juridisch en fiscaal als werknemers kunnen worden beschouwd, wat risico’s met zich meebrengt voor werkgevers, zoals naheffingen en boetes. Zzp’ers lopen het gevaar belastingvoordelen te verliezen.
Risico sectoren
In de zorg bestaat een relatief groot risico op ‘werken onder gezag’. De werkzaamheden van de zorgmedewerkers die als zzp’er functioneren, zijn vaak structureel van aard en worden zij-aan-zij met werknemers in vaste dienst verricht. Werken voor eigen rekening en risico is in zulke gevallen lastig. Hoewel het aandeel zzp’ers in de zorg relatief laag is (10 procent), is hun absolute aantal hoog, namelijk 170.000.
In de bouw komt dit minder vaak voor en worden zzp’ers vaak ingezet voor specialistische en tijdelijke klussen. Maar ook in de bouw komt schijnzelfstandigheid voor. De opdrachtgevers in de bouw moeten controleren of zzp’ers toch een verkapt dienstverband hebben. Vragen die gesteld kunnen worden zijn bijvoorbeeld of de zzp’er met eigen materiaal werkt of dat de zzp’er voor eigen risico en rekening werkt, of dat de opdrachtgever bijspringt als er iets misgaat.
De zorg maakt zich zorgen