Logo

Schijnzelfstandigheid raakt mogelijk 250.000 zzp’ers

Schijnzelfstandigheid raakt mogelijk 250.000 zzp’ers

15 jan 2025
Schijnzelfstandigheid raakt 250.000 mensen.png

Zo'n 250.000 zzp'ers zijn mogelijk schijnzelfstandigen, schat ABN AMRO. De grootste impact van de handhaving op schijnzelfstandigheid zal in de zorg, kinderopvang, onderwijs en bij de overheid te voelen zijn.

Nederland telt in totaal 1,25 miljoen zzp’ers. Volgens ABN AMRO’s Sectorprognoses 2025-2026 zijn van de 1,25 miljoen zzp’ers er ongeveer 250.000 zzp’ers die mogelijk als schijnzelfstandigen worden aangemerkt. Vanaf 1 januari 2025 gaat de Belastingdienst strenger handhaven op ‘schijnzelfstandigheid’ onder zzp’ers, ook wel verkapt dienstverband genoemd. Werkgevers moeten hun arbeidsrelaties kritisch beoordelen, aangezien de handhaving in diverse sectoren kan leiden tot grote veranderingen. Zzp’ers zouden juridisch en fiscaal als werknemers kunnen worden beschouwd, wat risico’s met zich meebrengt voor werkgevers, zoals naheffingen en boetes. Zzp’ers lopen het gevaar belastingvoordelen te verliezen.

Risico sectoren

De impact van deze handhaving zal het grootst zijn in de zorg, kinderopvang en onderwijs. Maar ook bij de overheid zal veel sprake zijn van schijnzelfstandigheid. Opdrachtgevers in alle sectoren moeten kritisch op schijnzelfstandigheid evalueren. Vragen die een rol spelen bij de inventarisatie en bij de bepaling of van een arbeidsovereenkomst sprake is, zijn onder meer of de zzp’er onder ‘gezag’ van de opdrachtgever staat. Verder weegt mee of de zzp’er een vast aantal uren en op vaste tijden werkt, en of dit gedurende een langere periode gebeurt. Hoe vrijer de zzp’er is bij het bepalen op welke manier en wanneer hij of zij het werk uitvoert, hoe groter de kans dat het om een zuivere zzp-constructie gaat.

In de zorg bestaat een relatief groot risico op ‘werken onder gezag’. De werkzaamheden van de zorgmedewerkers die als zzp’er functioneren, zijn vaak structureel van aard en worden zij-aan-zij met werknemers in vaste dienst verricht. Werken voor eigen rekening en risico is in zulke gevallen lastig. Hoewel het aandeel zzp’ers in de zorg relatief laag is (10 procent), is hun absolute aantal hoog, namelijk 170.000.


In de bouw komt dit minder vaak voor en worden zzp’ers vaak ingezet voor specialistische en tijdelijke klussen. Maar ook in de bouw komt schijnzelfstandigheid voor. De opdrachtgevers in de bouw moeten controleren of zzp’ers toch een verkapt dienstverband hebben. Vragen die gesteld kunnen worden zijn bijvoorbeeld of de zzp’er met eigen materiaal werkt of dat de zzp’er voor eigen risico en rekening werkt, of dat de opdrachtgever bijspringt als er iets misgaat.

Hoewel de Belastingdienst terughoudend is met boetes, moeten werkgevers maatregelen nemen om schijnzelfstandigheid te voorkomen. Werkgevers kunnen het risico op een verkapt dienstverband verminderen door zzp'ers een vast dienstverband aan te bieden, via uitzend- of detacheringsbureaus in te huren, of de samenwerking stop te zetten. De grenzen van zelfstandig ondernemerschap zijn vaak onduidelijk, met opdrachten die zowel kenmerken van een arbeidscontract als een opdrachtovereenkomst vertonen.

  

De zorg maakt zich zorgen

De zorgsector maakt zich zorgen over de gevolgen van de handhaving, aangezien het nog moeilijk is in te schatten hoe groot de impact zal zijn. Sommige zzp’ers zullen overstappen naar loondienst, terwijl anderen mogelijk hun werkzaamheden stoppen. Ook de kinderopvang uit bezorgdheid, omdat de werkgevers en opdrachtgevers in die sector verwachten dat de kosten zullen stijgen. Tussenpartijen, zoals uitzendbureaus, zouden zzp’ers gaan contracteren, wat de personeelskosten kan verhogen en de prijzen voor opvang opdrijven.

 
  

Bron: Brightmine

Onze partners