Mariëtte Hamer, regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld, heeft op 13 maart een nieuwe editie van de handreiking voor organisaties over seksueel grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer gepresenteerd.
Deze handreiking volgt op een prototype dat vorig jaar is verschenen. De belangrijkste verandering in deze nieuwe editie is een verbreding van de aanpak: van goed omgaan met meldingen van seksueel grensoverschrijdend gedrag naar een strategie voor preventie en cultuurverandering binnen je organisatie. Hamer: “Mijn motto ‘niets doen is geen optie’ geldt nog steeds, en daar voeg ik nu aan toe: maak het onderwerp zichtbaar en bespreekbaar. Uiteindelijk gaat het om de wil om met elkaar te werken aan een gelijkwaardige, respectvolle, plezierige en veilige cultuur waarin seksueel grensoverschrijdend gedrag niet meer voorkomt. Die positieve motivatie wil ik graag activeren.”
Hamer heeft de afgelopen maanden gewerkt aan het testen, aanscherpen en uitbouwen van het prototype dat ze in mei 2023 publiceerde. Hierin heeft ze de inzichten van experts, ervaringsdeskundigen en ruim 20 grote en kleine bedrijven uit verschillende sectoren meegenomen.
Drie pilaren
Hamer biedt in het nieuwe eerste deel inzicht in hoe organisaties kunnen werken aan de omgangscultuur en de organisatiestructuur. Organisatie worden meegenomen in hoe zij het ondersteunende systeem kunnen organiseren. Deze drie pilaren onder de aanpak van seksueel grensoverschrijdend gedrag zijn in samenhang bepalend voor het creëren van een sociaal veilige cultuur binnen de organisatie. Hamer: “Cultuurverandering op de werkvloer is een circulair proces dat begint en eindigt bij hoe je met elkaar omgaat, maar waarin de structuur van de organisatie en het ondersteunende systeem cruciale onderdelen zijn. De handreiking biedt houvast om dit proces van preventie en aanpak met elkaar te organiseren en in te bedden in de dagelijkse gang van zaken. Want dat is seksueel grensoverschrijdend gedrag helaas ook: onderdeel van de dagelijkse gang van zaken.” Hamer wil bovendien dat maatregelen in de organisatie, zoals de vertrouwenspersoon en de meldprocedure, voor iedereen in de organisatie gelden, ongeacht hun contractsvorm, dus ook voor uitzendkrachten en zzp’ers.
Risicoanalyse en het organisatiebrede gesprek
Hamer benadrukt het belang van een risicoanalyse om erachter te komen wat een organisatie kwetsbaar maakt voor seksueel grensoverschrijdend gedrag. Hamer: “Je moet een risicoanalyse zien als een foto van de organisatie. Je brengt in kaart wat de risicofactoren zijn voor seksueel grensoverschrijdend gedrag, bijvoorbeeld in de organisatiestructuur, zoals ongelijke machtsverhoudingen, een grote mate van afhankelijkheid, hoge werkdruk of de fysieke aard van het werk. Of in de omgangscultuur – denk aan ingesleten gedragspatronen tussen leidinggevenden en medewerkers of mannen en vrouwen. En het ondersteunend systeem, zoals de toegankelijkheid van deskundige vertrouwenspersonen, een gedragen gedragscode en de kennis en vaardigheden van leidinggevenden. Na de analyse kun je een plan van aanpak maken om de maatregelen die je gaat treffen vast te leggen. Onderdeel hiervan is altijd ook het organisatiebrede gesprek, dat als doel heeft dat iedereen binnen de organisatie zich gezien en gehoord voelt. Een gesprek waar afspraken uit voortkomen over onderling gedrag die leiden tot een heldere sociale norm.”
Toename in meldingen
Het in gang zetten van een cultuurverandering kan in het begin leiden tot een toename in meldingen, maar dit kan ook een teken zijn van positieve cultuurverandering, omdat men zich meer durft uit te spreken, zegt Hamer: “Vaak genoeg blijkt in de praktijk dat als je met elkaar in gesprek gaat, er zaken boven komen over ongewenst gedrag en de impact hiervan. Dat is winst, want als er ruimte ontstaat om het met elkaar te bespreken, kun je het in een vroeg stadium stoppen. Het wordt dan makkelijker om een ander erop aan te spreken.”
Handreiking Cultuurverandering op de werkvloer
Download hier de handreiking 'cultuurverandering op de werkvloer' die ingaat op preventie en de aanpak van seksueel grensoverschrijdend gedrag.