Vaak als ik cliënten vraag wat ze willen of hopen te bereiken, is dat ze gelukkig en blij zijn. Het valt mij op dat er soms een bijna obsessieve wens heerst om gelukkig te zijn. Geen verrassing dus dat als het wat minder goed gaat, men vaak baalt of schrikt van een dip of tegenslag. “Ik ben er nog niet” wordt dan vaak geroepen, maar waar wil je dan zijn? Wanneer is het klaar? In de praktijk blijkt hier eigenlijk geen goed antwoord op te zijn. Met deze blog wil ik je uitdagen om eens anders te denken over gelukkig zijn; wat als je ook gelukkig ongelukkig kan zijn?
Wat is geluk?
Als we het hebben over gelukkig zijn, wat bedoelen we dan? Een concept als gelukkig zijn is eigenlijk bijna niet te vatten in een eenduidige omschrijving of een set voorwaarden die, als we aan allemaal voldoen, maken dat we gelukkig zijn. “Als ik hard werk en mijn huisje, boompje, beestje klopt, dán ben ik gelukkig.”, “Als ik dit een plekje heb gegeven, dán kan ik misschien nog gelukkiger zijn.” - een aantal uitspraken die ik wel meer dan eens voorbij heb horen komen. Zonde eigenlijk, dat we ons geluk laten afhangen van zo veel regels of dat we kijken naar het geluk van anderen en ons eigen geluk daaraan meten.
Verleg de focus
Zo sprak ik een vrouw die door een aantal levensgebeurtenissen altijd maar bezig was met balen van zichzelf, zonder dat ze inzag dat ze zich juist daarmee zo ongelukkig maakte. De kleine successen werden overschaduwd door alles wat nog niet goed was. Voor velen is dat vast heel herkenbaar; je blind staren op dat ene missende puzzelstukjes, waardoor het plaatje altijd incompleet is. Ze hield zich voor dat ze pas gelukkig kon zijn als alle puzzelstukjes op hun plek liggen en het totaalplaatje zou kloppen.
In ons eerste gesprek vertelde ze hoe ze het niet meer overzag en het allemaal niet meer aankon. Ze meldde zich ziek omdat het thuis niet goed ging. Hoe leuk ze het werk ook vond en hoe veel voldoening het ook gaf, ontzag ze zichzelf van dit plezier omdat al haar aandacht naar het probleem ging. Haar geluk ging verloren aan het ongeluk. Zo bleek dat ze ervan overtuigd was dat ze niet kon genieten zolang ze het thuis nog moeilijk had. Zelfs andersom gold deze regel; ging het goed, dan waren kleine tegenslagen voor haar geen goede reden om teleurgesteld te zijn.
Om de puzzel metafoor even in stand te houden; als je 490 van de 500 puzzelstukjes hebt liggen, heb je meestal al iets heel moois voor je neus. Wat maakt het dan zo aantrekkelijk om je vast te bijten in en druk te maken om die laatste 10? Als je het mij vraagt kan het allebei: gelukkig zijn met wat er is én soms keihard balen dat er nog een aantal stukjes missen. Heel trots zijn op waar je nu staat én verdrietig zijn om wat nog niet lukt. In het afsluitende gesprek vertelde ze dat ze niet meer baalde van zichzelf. Sterker nog, ze was trots.
Gelukkig ongelukkig
Ze was weer volledig aan het werk, zat lekker in haar vel en had haar obsessie met ‘gelukkig zijn’ losgelaten. Ze vertelde over een recente ervaring, waarbij er eigenlijk weinig aan de hand was. Ze voelde zich er onwijs rot over en besloot dit voor de verandering eens met tranen en tuiten uit te storten bij een vriend. Lachend en snikkend, gelukkig ongelukkig.
Myrthe Dollé
psycholoog bij PSION
Reacties
-
Wat geweldig! Ben je klaar om te beginnen? Ontdekking van nieuwe oplossingen in
-
You've turned a complicated topic into an engaging read. Bravo!
-
through this forum i understand a lot more things, thank you for sharing great knowledge here